wat is de slavernij.

Slavernij is het verkopen, inkopen en laten werken van mensen. Slaven werden vaak gezien als product, dus niet als mens. Slaven hadden meestal een donkere huidskleur. Slaven werden vaak slecht behandeld en kregen weinig tot niet betaald. In de 17 eeuw (de Gouden eeuw) was slaven handel op zijn hoogte punt. Slaven kwamen uit: Afrika. Werden meegenomen op een boot, waar vaak ziektes voorkwamen. De meeste mensen haalde de bestemming dus niet. Als ze daar wel aankwamen moesten ze hard werken, om de kleinste fout konden ze al gestraft worden. Er waren 3 soorten slaven: veldslaven, ambachtsslaaf, huishoudslaaf.  De huishoudslaaf was bezig met het huishouden, huishoudslaven hadden de beste omstandigheden het was normaal dat hun meester meer dan 7 slaven had.  Hoe meer slaven hoe meer aanzien . Ambachtsslaven zijn vaak timmerman of metselaar ze hadden een vrijer leven dan veldslaven.  Veldslaven moesten werken op de plantages ze hadden het zwaarste werk. Suiker was in de 17 eeuw ontdekt. Mensen vonden het toen heel erg lekker en wouden er steeds meer van hebben. Suiker werd gehaald uit suikerriet, om het suiker uit het riet te krijgen was zwaar werk. Het was ook gevaarlijk het riet moest gekapt worden, maar het aller gevaarlijkste was het malen van het suikerriet. Omdat van de sappen in het riet de suiker gemaakt moest worden, moest het tussen 2 walsen. Als je daar je vingers tussen kreeg werd je mee gesleurd. Daarom lag er altijd een kapmes in de buurt om je hand of zelfs je arm er af te hakken. Daarna werd het sap opgewarmd in een grootte pan, de slaven moesten daar naast het vuur met blote voeten staan. Als dat gebeurd was werd het met grote suikerbroden verpakt die waren wel 16 kilo. Slaven moesten niet allen op rietplantages werken, maar ook op ander plantages.